Zijn we er al? We zijn er al! - Reisverslag uit Kâmpóng Khleăng, Cambodja van Linde Graaf - WaarBenJij.nu Zijn we er al? We zijn er al! - Reisverslag uit Kâmpóng Khleăng, Cambodja van Linde Graaf - WaarBenJij.nu

Zijn we er al? We zijn er al!

Door: Linde

Blijf op de hoogte en volg Linde

19 Juli 2018 | Cambodja, Kâmpóng Khleăng

Lieve vrienden, familie, en verdwaalde internetreizigers,

Vier jaar geleden ben ik dit blog begonnen om iedereen op de hoogte te kunnen houden van de dingen die ik beleefde in Amerika. Gelukkig herinnerde een vrolijke Vlaamse dame mij eraan hoe waardevol het is die verhalen te schrijven en te hebben, dus zet ik de traditie bij deze voort. Dit keer zullen de verhalen gaan over avonturen in Los Banos (in de Filipijnen), en omstreken.



Gisteravond was ik in Moskou, net als de rest van de wereld. Inmiddels ben ik anderhalf uur reizen verder. Mr. Vanna’s tuktuk heeft mij en mijn ouders naar een groot hardhouten huis op palen gebracht. Het heeft een blauw-groene veranda, blauw door de verf, groen door de planten, en kijkt uit over de rivier. Het is het begin van het regenseizoen, dus binnenkort zal die rivier ook onder het huis door stromen, en daarmee onder alle huizen in Kampong Khleang. Het wordt dan een drijvend dorp genoemd. De tuktuks en scooters verdwijnen samen met de roodbruine modderpaadjes en het dorp zal alleen nog maar te bereiken zijn per boot. Op de houten muren kun je nog steeds de hoogwaterlijn zien van 2011, toen zelfs de palen niet hoog genoeg waren om de voeten van mr. Long’s familie droog te houden. Er rent een hagedisje onder mijn roze hangmat door en ik word gewiegd door hetzelfde windje dat af en toe de kleurrijke gordijnen tegenover me laat opwaaien. Je kunt dan vier voeten zien: twee van mijn vader en twee van mijn moeder, die een dutje liggen te doen op het matras op de vloer. Tussen ons lopen voortdurend mensen af en aan: mr. Long, zijn moeder, mr. Vanna (dat is mr. Long’s broer), een klein jongetje met flaporen en een veelheid aan niet nader te definiëren familieleden van alle leeftijden. Ze weerspiegelen de bedrijvigheid van het dorp, want het is hier nooit stil. Motoren, muziek, dierengeluiden…blijkbaar zit er een gekko in mijn kamer die me vanavond wakker gaat houden. Alles dat niet van hout is in dit huis heeft vrolijke kleuren gekregen; groen, rood, geel met roze randjes, kantjes en nep bloemen die uit de mond van keramieken kreeften komen. Goud omlijstte foto’s van vergane tijden en mensen sieren de muren, alsmede de Chinees-boeddhistische altaartjes op de kast. En ook hier, op het platteland van Cambodja, heeft men het erover hoe Kroatië door Frankrijk werd verslagen gisteravond, in het stadion in Moskou.

Geen van ons drieën wist hoe lang het nou eigenlijk vliegen was naar Bangkok. Na alle stress en gebeurtenissen van de voorgaande week waren de details van de vlucht erbij ingeschoten. Wat we wel wisten was het volgende: de Bergerhof was schoon en opgeruimd genoeg om AirBnB gasten te ontvangen, mijn vader was officieel geen leraar meer en kon aan zijn eigen project beginnen, en ik was voor het eerst in drie jaar weer single. Dat zijn makkelijke zinnen om op te schrijven. In werkelijkheid was het niet zo makkelijk, en hoopten we allemaal dat dit avontuur iets van de mentale ballast die we hadden opgebouwd zou wegnemen.

Als ik dacht aan Bangkok, dacht ik aan de chaos die ik kende uit India. Eenmaal daar aangekomen merkte ik echter al snel dat het veel gemoedelijker was. Uiteindelijk leken alleen de boeddhistische tempels echt op de tempels die we in Ladakh hadden gezien. De grote straten waren druk en stoffig, maar als je de wijken ernaast inging was het eigenlijk heel rustig. De huizen werden versierd met hangende en staande potjes planten, af en toe stond er ergens een aardewerken kruik met guppies erin, en de straten waren over het algemeen schoon. Overal lachten de mensen vriendelijk naar je, en de taxi/tuktuk chauffeurs waren maar een klein beetje chagrijniger als ze vonden dat je te weinig betaalde. Terwijl mijn ogen zich te kost deden aan de vele soorten koopwaar (van verroeste motorblokken tot traditionele Chinese medicijnen -maar oordoppen konden we nergens vinden) verkende mijn neus de vele geuren van Aziatisch streetfood, die vanuit de kleine stalletjes door de hele stad werden verspreid. Bangkok zat vol nieuwe dingen, maar tegelijkertijd kon je op iedere straathoek een luxe hipster koffietentje vinden, en waren er nog veel meer westerse voorzieningen. De mode was min of meer hetzelfde als in Nederland, en natuurlijk zaten ook hier alle jonge mensen op hun smartphone tijdens een ritje in de metro. Je kon voor niet al te veel geld burgers eten en cocktails drinken op het dak van een hotel, maar je kon ook voor praktisch niets ergens pad thai gaan halen. Wij waren er maar drie dagen, dus ik kan niet zeggen dat ik Bangkok echt heb leren kennen, maar de herinneringen die ik heb zijn goed. Zeker goed genoeg om nog eens terug te willen, al is het alleen maar om nog zo’n Thaise massage te krijgen.

Vanuit Bangkok vlogen we naar Siem Reap, Cambodja. Ik heb mezelf toen echt afgezworen steeds te denken dat ik in een soort Delhi terecht zal komen. Het vliegveld in Siem Reap was het mooiste, schoonste, en best geregelde vliegveld dat ik ooit had gezien. Het zag eruit als een soort tempel, een tempel waar je bij binnenkomst werd aangekeken door het gigantische marmeren gezicht van de boeddha, maar die eigenlijk was bedoeld voor de verering van parfum en Chanel tassen, zoals iedere luchthaven dat is. We moesten bij een loket ons kaartje kopen voor de taxi zodat we niet werden opgelicht. De taxi nam ons vervolgens mee over een brede goede weg met aan weerszijden een bataljon aan extreem luxe hotels -het soort dat twee meter hoge stenen olifanten aan weerszijden van zijn lange met palmbomen omlijnde oprit zet. Wij sliepen in een iets bescheidener onderkomen. Het heette Lovely Family guest house (het duurde heel lang voor ik besefte dat dat de naam was en niet de beschrijving) en zat in een woonwijk. Het was gezellig, schoon en netjes, en we konden de Fifa finale gaan kijken bij de buren. Ik had het gevoel op een andere planeet te zijn, waar arme landen rijke landen zijn en taxichauffeurs vaste prijzen hanteren, en dit stond op het punt alleen maar versterkt te worden. We waren nog niet half binnen bij de buren of de barman, David, zei: “What can I get for you folks? I got some home-brewn IPA’s!?” Hij was een Amerikaan die verliefd was geworden op Cambodja en hier was gekomen om een hostel te openen. Hij verzekerde ons dat zijn bier met zeldzame hop uit Washington was gebrouwen. Op de muur stond ‘Education is Important, but Beer is Importanter’, en op de bank lag een jongen uit Trinidad en Tobago met een jongen uit Ierland te knuffelen. De wedstrijd werd met luid Engels commentaar en onder het nuttigen van pizza gekeken. Moskou voelde net zo ver weg als Cambodja, als Amerika, en als Nederland.

In de pauze bevestigde Chris, een 70 jarige Amerikaan die hier nu een half jaar woont, mijn vermoedens: de hotels en het vliegveld waren pas net nieuw, en waren gebouwd met Chinees geld. De Chinezen ‘ontwikkelden’ zo Cambodja, op hun eigen voorwaarden natuurlijk. Er komt ook een hoge snelheidslijn tussen Cambodja en China. Na de moeilijke, bloederige geschiedenis van dit land klinkt dit als het volgende waar ze niet op zitten te wachten. Alle Cambodjanen waarmee ik heb gepraat zeiden dat de Chinezen niks teruggeven aan Cambodja, ze zijn alleen op hun eigen winst uit. Mr. Long woont in een van de oudste huizen van Kampong Khleang, 30 jaar oud want 30 jaar geleden is het dorp met de grond gelijk gemaakt. Hij zei dat het leven hier moeilijk is. Telkens als hij wat geld verdient, wordt hij of een van zijn familieleden ziek en moet hij het daaraan uitgeven, maar eigenlijk is dat een brute versimpeling van zijn verhaal en van het verhaal van dit dorp. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik hier even mag zijn, dat Wil ons hiernaartoe liet gaan en dat mijn ouders het een goed idee vonden en dat mr. Long’s familie ons zo gastvrij heeft ontvangen. Als het goed is geeft Wil (Thijssen) dit jaar een boek uit over Kampong Khleang dat meer recht zal doen aan deze plek dan ik ooit zou kunnen in een blogpost, ik kijk ernaar uit!

PS: de gekko heeft me niet wakker gehouden met zijn geschreeuw, maar wel doordat hij over mijn benen kroop!

  • 20 Juli 2018 - 12:39

    Lisa:

    Hee Linda, Peter en Iris,

    Mooi verhaal, grote beslissingen en uiteindelijk prachtige herinneringen. Geniet ervan!

    xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Linde

Actief sinds 23 Juli 2013
Verslag gelezen: 2122
Totaal aantal bezoekers 22469

Voorgaande reizen:

12 Juli 2018 - 19 December 2018

Studeren in de Filipijnen

23 Juli 2013 - 31 December 2013

United States of America

Landen bezocht: